Delen?
Voor haar onderzoek gaat religiewetenschapper Nathal Dessing het liefst de straat op en de wijken in. Met dit gedetailleerde veldwerk laat zij zien hoe moslims hun religie in de praktijk toepassen en vormgeven. “Door die observaties zie ik het grote verschil met de berichtgeving in de media."

In het westen zijn we volgens Dessing geneigd om religie, economie, politiek en recht te zien als gescheiden pilaren. In de werkelijkheid zijn die juist nauw met elkaar verweven en niet zo gescheiden als wij vaak veronderstellen. “Daarom kijk ik niet alleen naar wat er gebeurt in de moskee, maar vooral naar de dagelijkse praktijk. Ik wil weten hoe mensen vorm geven aan hun geloof in het dagelijks leven.”

Rituelen
De religiewetenschapper mocht aanwezig zijn bij huwelijken, besnijdenissen en kon zelfs een begrafenisritueel bijwonen. Die rituelen zijn in de loop der jaren veranderd, constateert Dessing. Migranten die naar Nederland zijn gekomen, hebben zich wel degelijk aangepast aan de Nederlandse normen en wetten. “Een besnijdenis gebeurt in Nederland in een ziekenhuis of een kliniek en niet thuis. Het feest volgt dan later en niet meer op de dag zelf. Omdat operatie en feest losgekoppeld zijn en niet iedereen uit de omgeving als vanzelfsprekend meeleeft, is de ervaring heel anders dan in het land van herkomst.”

Hetzelfde geldt volgens Dessing voor huwelijken. Het maakt enorm uit of je naar het gemeentehuis, het consulaat of het land van herkomst gaat voor een huwelijkssluiting. Het Marokkaanse familierecht is bijvoorbeeld in grote lijnen gebaseerd op islamitische huwelijkswetgeving. Er wordt, anders dan in de Nederlandse wet, geen onderscheid gemaakt tussen een burgerlijk en een religieus of “kerkelijk” huwelijk; burgerlijk en religieus huwelijk vallen samen. Ga je in Nederland naar het gemeentehuis, dan moet je dus verzinnen of je ook een religieus huwelijk wil sluiten en zo ja, hoe dan. Dat is een compleet nieuwe situatie. Het wettelijk kader maakt dus een groot verschil en vraagt om aanpassing. 

Islamdebat
Het huidige debat over de islam in Nederland heeft wetenschappelijk onderzoek moeilijker gemaakt, zegt Dessing. De aandacht is te veel gevestigd op de radicale islam, terwijl daar een heel scala aan andere opvattingen  is. Voor haar onderzoek naar religiositeit van moslimvrouwen in Nederland bezocht Nathal Dessing veel vrouwengroepen. “Door schade en schande wijs geworden, vroegen vrouwen zich af wat ik als niet-moslim kwam doen.” 

Toch vond zij veel vrouwen bereid te praten over hun religiositeit en in die gesprekken bleek opnieuw de grote diversiteit onder moslims. “De ene vrouwengroep benadrukt de relatie met God, is rationalistisch en wil altijd bewijs voor het ingenomen standpunt. Een andere groep is veel meer ook op de lokale gemeenschap gericht. Voor hen is radicalisering en jeugddelinquentie een bron van zorg. In hun argumentatie leggen zij veel meer nadruk op het belang van belonen en positieve aanmoediging in plaats van straf en angst voor God”, zegt Dessing. 

Breed en veelvormig
Het is volgens Dessing belangrijk dat bredere beeld en de veelvormigheid van de islam te laten zien. Het debat is nu te eendimensionaal. “Ik probeer mensen ervan te overtuigen de islam met andere ogen te bekijken. Net als in iedere religie zijn er voor moslims verschillende manieren om hun geloof in de praktijk te brengen. Waar de één zich vooral richt op het nauwgezet en uitvoeren van het dagelijks gebed en andere geloofsregels, vindt de ander in het geloof vooral ook een aansporing om actief bij te dragen aan een duurzamere en schonere wereld. Dat kan allemaal.”