Delen?
Directeur Van Vollenhoven Instituut mist nuance in shariadebat
"Er wordt vaak gezegd dat de sharia voor moslims een allesomvattend rechtssysteem is. Ik vind dat een misleidende formulering", zegt directeur Jan Michiel Otto van het Van Vollenhoven Instituut, onderdeel van de rechtenfaculteit in Leiden. "De meeste moslimlanden hebben net als wij nationale rechtssystemen, waarvan het grootste deel niet op shariabronnen is te herleiden. Burgers vallen onder dat nationale recht, en de plaats van de sharia in dat recht verschilt sterk per land."
De directeur van het Van Vollenhoven Instituut (VVI) leidt projecten in ontwikkelingslanden, studies over het functioneren van rechtssystemen. "Wetten, rechtspraak, bestuur, advocaten, contracten, straffen, – een goed juridisch systeem komt tot stand na decennia, of zelfs eeuwen, van ploeteren, van vallen en opstaan", zo stelt hij. "Het gaat niet alleen over regels, maar ook over politiek, bestuur en maatschappij, en over taal: de gecombineerde studie daarvan is hier in Leiden ons handelsmerk."
Zijn eigen onderzoek heeft zich geconcentreerd op Egypte, Indonesië en de laatste jaren op Libië. "In Libië zijn grote problemen maar ook daar lopen goede juristen rond. Vergeet niet dat de Libische revolutie is ontketend vanuit de rechtbank in Benghazi – het begin van een democratisch Libië. Vergeet ook niet dat Libië veel vrouwelijke rechters heeft die goed opgeleid zijn, vaak heel capabele rechters. Met wetenschappers van de juridische faculteit van Benghazi hebben wij dan ook een goede samenwerking. We moeten nieuwsgierig blijven, ter plekke kijken, bronnen bestuderen, en vooral niet bij voorbaat denken dat we het allemaal zo goed weten."
Sharianormen
Otto’s vergelijkende studie naar de plaats van de sharia in nationale rechtssystemen van twaalf moslimlanden, Sharia Incorporated, heeft internationaal veel aandacht getrokken. Het past naadloos in het programma van het Leiden University Centre for the Study of Islam and Society (LUCIS).
"Het meeste recht dat in de meeste moslimlanden geldt, is niet van klassieke sharianormen afgeleid maar van het relatief moderne recht van bijvoorbeeld Egypte, van Europese voorgangers en van internationale verdragen", benadrukt Otto.
"Tunesië heeft na de Arabische lente bewust de keuze gemaakt om de sharia buiten de grondwet te houden. Egypte vaart een soort middenkoers. In Saudi-Arabië vormen de shariabronnen zelf de grondwet. Maar in Indonesië, het grootste moslimland ter wereld, komt het woord islam niet eens in de grondwet voor – ook in de streng Islamitische provincie Aceh worden geen handen afgehakt of mensen gestenigd, evenmin als in Marokko of Turkije."
"Wél wordt in Aceh soms gestraft met zweepslagen, helaas. Het is overigens nuttig te weten dat bepaalde lijfstraffen in Zuidoost-Azië in de negentiende eeuw zijn geïntroduceerd door Britse koloniale overheersers. Hoezo islam versus westerse beschaving, denk je dan even."
Nuances
Het zijn nuances die Otto node mist in de discussie. "Er wordt veel gevaarlijke onzin verteld in beide kampen van het islam-debat. Als je IS, de zogenoemde Islamitische Staat, wilt bestrijden – en dat is noodzakelijk – moet je niet beginnen met 90 procent van je potentiële medestanders, gewone burgers uit moslimgemeenschappen, van je te vervreemden. En dat gebeurt door te stellen dat ze als moslims intrinsiek fout zitten, omdat hun God, Allah, een verschrikkelijk ding, de sharia, heeft uitgevaardigd. Voor de meesten van hen is de sharia immers het plan van God met de mensheid. En iedereen weet dat dit op heel verschillende manieren wordt geïnterpreteerd."
"Er wordt vaak gezegd dat de sharia voor moslims een allesomvattend rechtssysteem is. Ik vind dat een misleidende formulering", zegt directeur Jan Michiel Otto van het Van Vollenhoven Instituut, onderdeel van de rechtenfaculteit in Leiden. "De meeste moslimlanden hebben net als wij nationale rechtssystemen, waarvan het grootste deel niet op shariabronnen is te herleiden. Burgers vallen onder dat nationale recht, en de plaats van de sharia in dat recht verschilt sterk per land."
De directeur van het Van Vollenhoven Instituut (VVI) leidt projecten in ontwikkelingslanden, studies over het functioneren van rechtssystemen. "Wetten, rechtspraak, bestuur, advocaten, contracten, straffen, – een goed juridisch systeem komt tot stand na decennia, of zelfs eeuwen, van ploeteren, van vallen en opstaan", zo stelt hij. "Het gaat niet alleen over regels, maar ook over politiek, bestuur en maatschappij, en over taal: de gecombineerde studie daarvan is hier in Leiden ons handelsmerk."
Zijn eigen onderzoek heeft zich geconcentreerd op Egypte, Indonesië en de laatste jaren op Libië. "In Libië zijn grote problemen maar ook daar lopen goede juristen rond. Vergeet niet dat de Libische revolutie is ontketend vanuit de rechtbank in Benghazi – het begin van een democratisch Libië. Vergeet ook niet dat Libië veel vrouwelijke rechters heeft die goed opgeleid zijn, vaak heel capabele rechters. Met wetenschappers van de juridische faculteit van Benghazi hebben wij dan ook een goede samenwerking. We moeten nieuwsgierig blijven, ter plekke kijken, bronnen bestuderen, en vooral niet bij voorbaat denken dat we het allemaal zo goed weten."
Sharianormen
Otto’s vergelijkende studie naar de plaats van de sharia in nationale rechtssystemen van twaalf moslimlanden, Sharia Incorporated, heeft internationaal veel aandacht getrokken. Het past naadloos in het programma van het Leiden University Centre for the Study of Islam and Society (LUCIS).
"Het meeste recht dat in de meeste moslimlanden geldt, is niet van klassieke sharianormen afgeleid maar van het relatief moderne recht van bijvoorbeeld Egypte, van Europese voorgangers en van internationale verdragen", benadrukt Otto.
"Tunesië heeft na de Arabische lente bewust de keuze gemaakt om de sharia buiten de grondwet te houden. Egypte vaart een soort middenkoers. In Saudi-Arabië vormen de shariabronnen zelf de grondwet. Maar in Indonesië, het grootste moslimland ter wereld, komt het woord islam niet eens in de grondwet voor – ook in de streng Islamitische provincie Aceh worden geen handen afgehakt of mensen gestenigd, evenmin als in Marokko of Turkije."
"Wél wordt in Aceh soms gestraft met zweepslagen, helaas. Het is overigens nuttig te weten dat bepaalde lijfstraffen in Zuidoost-Azië in de negentiende eeuw zijn geïntroduceerd door Britse koloniale overheersers. Hoezo islam versus westerse beschaving, denk je dan even."
Nuances
Het zijn nuances die Otto node mist in de discussie. "Er wordt veel gevaarlijke onzin verteld in beide kampen van het islam-debat. Als je IS, de zogenoemde Islamitische Staat, wilt bestrijden – en dat is noodzakelijk – moet je niet beginnen met 90 procent van je potentiële medestanders, gewone burgers uit moslimgemeenschappen, van je te vervreemden. En dat gebeurt door te stellen dat ze als moslims intrinsiek fout zitten, omdat hun God, Allah, een verschrikkelijk ding, de sharia, heeft uitgevaardigd. Voor de meesten van hen is de sharia immers het plan van God met de mensheid. En iedereen weet dat dit op heel verschillende manieren wordt geïnterpreteerd."
Westerse landen overwegen om militair in te grijpen in Libië. Reden is de opmars van terreurgroep IS. Maar wat wil IS precies in Libië en wat kan en wil het Westen daar tegen doen? Jan Michiel Otto beantwoordt de vijf belangrijkste vragen.
IS lijkt steeds vaster voet te krijgen in Libië. Moeten de westerse landen, inclusief Nederland, ingrijpen? Jan Michiel Otto vindt dat we daar, gezien de fragiele staatsstructuur van het land, heel terughoudend mee moeten zijn. Interview met Tijs van den Brink.
Ruim vier jaar na de dood van Muammar Kaddafi is het onderbelichte Libië een land vol problemen. Tot voor kort vochten diverse milities om de macht en bovendien krijgt Islamitische Staat (IS) steeds meer voet aan de grond. Hoe komt Libië uit het moeras? Interview met onder meer Jan Michiel Otto.
In Sharia Incorporated worden de nationale rechtssystemen van twaalf moslimse landen vergeleken met als hoofdvraag welke positie de sharia inneemt in het nationale recht van die landen.
Jan Michiel Otto in een interview met persbureau Reuters.
De islam is niet eenduidig over meisjesbesnijdenis, schrijft onderzoeker Jan Michiel Otto in een opiniestuk voor Trouw.